Coronet
Cavia
De
Coronet Cavia is een langhaarcavia met een kruintje op het hoofd. Sommigen
omschrijven dit caviaras als een Sheltiecavia met een rozet of kruintje op
het voorhoofd, anderen spreken van een Peruviaan met een kruintje en nog
anderen zien de Coronet als de langhaarvariant van het caviaras Gekruind.
Kortom, de Coronet is een gekruinde Langhaar. Het haar op de kop is kort.
Er
zijn drie verschillende langhaarcavia's: de Peruvian,
de Sheltie en
de Coronet.
De
Peruvian heeft lang haar dat
moet worden bijgeknipt. Op de achterhand heeft de peruvian twee rozetten.
Borstelen, kammen en wassen is nodig tegen klitten en huidproblemen.
De
Sheltie is onstaan uit de Peruvian. Bij de Sheltie zijn de twee
rozetten niet aanwezig. Op de snuit is korte beharing, waardoor de ogen
goed zichtbaar zijn.
Vrij
vertaalt betekent Coronet “gekroonde cavia”. De cavia is zo
genoemd door de rozet die op zijn kop zit. Verder het zelfde lange haar
als de Peruvian en de Sheltie.
Uiterlijke
kenmerken
De
Coronet behoort evenals de andere cavia’s een gedrongen lichaamsbouw te
hebben en gespierd te zijn, met een mooi afgeronde voor- en achterhand.
Eigenschappen
Coronetcavia’s
hebben eenzelfde soort verzorging nodig als de Tesselcavia (krulharige
cavia’s). De vacht is lang en gevoelig voor klitten. Het ras is dus niet
zo geschikt voor mensen die weinig tijd of zin hebben om hun dier elke dg
te kammen of te borstelen. Een bodembedekking van zaagsel is voor dit ras
eerder ongeschikt omdat het in de vacht gaat vastzitten. Stro is
geschikter.
Kleuren
De
Coronet wordt in verschillende kleuren gefokt, waaronder effen rood, wit,
zwart, chocolade en crème, maar ook bonte Coronets komen voor, evenals
driekleurige.
Bijzonderheden
Inmiddels
is ook de satijnfactor ingefokt, zodat er nu Coronets zijn met een
satijnglans. Beide variëteiten zijn echter tot dusver (nog) niet
officieel erkend – en vrij zeldzaam.
Bronnen:
Esther
Verhoef-Verhallen, Geïllustreerde
konijnen & knaagdieren encyclopedie. Rebo, 2004, p. 183.
Karin
Behrend, Mijn Cavia. Tirion,
1997.
Cavia
algemeen
Cavia’s
komen van over de zee, ze knorden als varkentjes en hun ronde vormen en
manier van lopen komen lichtjes overeen met dat van biggetjes. De Engelse
naam voor cavia is Guinea-pig.
Het
woord ‘cavia’ komt van het Latijnse woord 'cavus' dat 'holletje'
betekent - dit vanwege het feit dat cavia's in het wild graag in (ondiepe,
al bestaande) holletjes kruipen. Vandaar dat ze ook als huisdier graag in
schuilhokjes zitten.
Latijnse
naam:
Oorsprong:
Levensverwachting:
Geslachtsrijp:
Fokrijp:
Cyclus:
Aantal jongen:
Zelfstandig:
|
Cavia
Porcellus
Zuid-Amerika
6 tot 8 jaar
mannetjes: vanaf 3 weken
vrouwtjes: vanaf 4 weken
mannetjes: vanaf 3 maanden
vrouwtjes: vanaf 5 à 6 maanden
16 dagen
gemiddeld 2 tot 4
vanaf 5 à 6 weken
|
|
|
|
Een
volwassen cavia heeft een lengte tussen de 22 en de
35 cm
. Vrouwtjes wegen tussen de 600-
1100 gram
en mannetjes tussen de 900-1800gram. Ze hebben een hele korte hals. Aan de
voorvoetjes heeft hij vier tenen en aan de achtervoetjes drie. Er zijn
verschillende soorten cavia’s: kortharige, langharige (kunnen een vacht
van langer dan
15 cm
hebben) en de borstelharige (hierbij staat het haar in alle richtingen).
De cavia heeft in boven- en onderkaak twee snijtanden. Deze groeien steeds
door en moeten door het knagen afslijten. Ze hebben ook kiezen. Daar zit
vaak het probleem en er zijn zelfs dierenartsen die niet weten dat cavia's
kiezen hebben. Een cavia heeft kleine oortjes met weinig haar op en achter
de oortjes.
Cavia’s
komen oorspronkelijk uit Zuid-Amerika (Peru en Chili) waar ze vandaag de
dag nog steeds in het wild voorkomen. Bij ontdekking van Zuid-Amerika
werden de cavia’s als huisdier en of offerdier gehouden. Men kende toen
al enkele variaties in de kleur zoals: rood, bruin, wit, zwart en
tweekleurige. Onze tamme cavia stamt af van de wilde cavia, ze leven in
kleine families bij elkaar. De cavia is naar europa gebracht door de
Hollandse zeevaarders via de westkust van Australië aan het einde van de
16e eeuw. Maar al voor die tijd zouden ze in Europa bekend zijn geweest
omdat ze in 1533 werden beschreven in het Tierenbuch van de Zwitserse
bioloog Conrad Gessner, de stichter van de botanische tuin van de
Universiteit van Zürich in Zwitserland. Zijn beschrijvingen en
afbeeldingen komen vrijwel overeen met die van de hedendaagse cavia.
Eigenschappen
Cavia’s
kunnen:
- zeer scherp horen, vooral de heldere tonen kunnen zij vaak veel beter
horen dan
de mens
- zeer goed kleuren onderscheiden
- 100 tot 1000 maal zwakkere geuren onderscheiden dan dat wij kunnen
onderscheiden
Draagtijd
Een
cavia wordt gemiddeld tussen de 5 en de 8 jaar oud. Ze zijn vanaf 6 à 8
weken geslachtsrijp. De draagtijd duurt ongeveer 66 tot 72 dagen, er zijn
meestal 2 tot 5 jongen per worp. De jongen hebben bij de geboorte een goed
ontwikkelde pels en de oogjes zijn al open. Ze kunnen al vanaf de eerste
dag lopen en vast voedsel eten. Ze kunnen op een leeftijd van 4 à 5 weken
van de moeder gescheiden worden.
Gedrag
Cavia’s
zijn vrij sociale dieren die het beste met meerdere soortgenoten samen
leven. Het is beter om meerdere vrouwtjes bij elkaar te zetten dan
mannetjes omdat mannetjes soms wel eens durven vechten wanneer ze
geslachtsrijp worden, zeker als ze een nogal kleine kooi hebben of als er
een vrouwtje is dat ze voor zich alleen willen hebben. Vrouwtjes gaan over
het algemeen altijd goed samen. Een cavia vraagt meer aandacht wanneer hij
alleen in een kooi zit dan wanneer ze met meerdere zijn, het zijn
oorspronkelijk groepsdieren.
Bron:
http://www.diereninfo.be
|