Intro  Lina Caro

Intro

 

Nederlandse Hangoren

 

Herkomst

 

De Nederlandse Hangoordwerg is een Nederlands ras, vrijwel gelijktijdig maar onafhankelijk van elkaar gefokt door de bekende Nederlandse all-round keurmeester en Tankonijnenfokker A. de Cock uit Tilburg en E.J. Schrey uit Heerlen. Eerstgenoemde wordt in de literatuur als belangrijkste persoon bestempeld voor de totstandkoming van het ras. In 1952 vatte hij het plan op om een miniatuurversie van de Franse Hangoor te fokken. Hij kruiste hiervoor een Franse Hangoorvoedster met een Kleurdwergram in de kleurslag blauw-marter. De jonge konijntjes die daarna het levenslicht zagen, hadden tot zijn spijt geen van alle hangoortjes, en ook een terugkruising van een van de jongen met een Franse Hangoor had niet het gewenste effect. Met de inbreng van de Engelse Hangoor had A. de Cock meer succes, al werden er veel konijnen geboren die één staand en één hangend oor hadden, of waarvan beide oren stonden. Het heeft hem uiteindelijk ruim twaalf jaar selectie en inspanning gekostom tot een klein hangoorras te komen. In 1964 toonde hij zijn nieuwe ras voor het eerst aan het grote publiek op een konijnen- en pluimvee tentoonstelling in 's Hertogenbosch. In datzelfde jaar werd het ras door de Nederlandse konijnenfokkersbond officieel erkend. Dhr. Schrey begon met het fokken van een miniatuurversie van de Franse Hangoor omstreeks 1962. Hij ontwikkelde zijn ras uit Papillons, Kleurdwergen en Franse Hangoren. Vier jaar later presenteerde hij zijn dieren op de bekende Ornithophilia-tentoonstelling te Utrecht. In de beginperiode waren het vooral de madagaskarkleurige, konijngrijze en ijzergrauwe dieren die veel op tentoonstellingen te bewonderen waren. De andere kleuren werden pas later ontwikkeld. In Engeland werd het ras in 1968 ingevoerd en daar kreeg het in 1976 een officiële erkenning. In 1969 werden de eerste Nederlandse Hangoordwergjes naar de Verenigde Staten geëxporteerd, waar vooral de albino's en marterkleuren binnen korte tijd mateloos populair werden, en dat zijn ze nu nog.

 

Eigenschappen

 

De Nederlandse Hangoordwerg is een vriendelijk en goedaardig konijntje met een gemiddeld levendig temperament. Het is een bekende en geliefde verschijning op vele internationale tentoonstellingen in binnen- en buitenland. In vrijwel alle landen waar men zich bezighoudt met konijnen fokken voor de liefhebberij komt het ras inmiddels voor. In de meeste landen is het ras zelfs zo in trek dat het behoort tot de top tien van populaire konijnenrassen. Vanwege zijn handzame formaat, vriendelijke, levendige karakter en grappige uiterlijk is dit konijn als huisdier voor kinderen heel geschikt. Het fokken van dieren die binnen de normen van het ras vallen, is geen eenvoudige opgave. Er worden nog steeds veel dieren geboren die te groot zijn of te groot uitgroeien en niet meer tot de dwergen kunnen worden gerekend. Ook de oorstand blijft een continue bron van zorg. De oortjes van jonge Nederlandse Hangoordwergjes hangen niet direct. Dat kan vier tot zelfs wel twaalf weken duren. Als de oren te kort zijn of niet correct zijn ingeplant, kunnen ze zelfs rechtop blijven staan of naar de zijkant gaan uitsteken. Het kan ook voorkomen dat één oortje gaat hangen en het andere blijft staan. Over het algemeen is het een goed teken als de oren van een konijntje al op heel jonge leeftijd gaan hangen. Het ontwikkelt zich wellicht tot een prima tentoonstellingsexemplaar.

 

Uiterlijke kenmerken

 

Het Nederlandse Hangoordwergje behoort in alle opzichten een miniatuuropgave van de Franse Hangoor te zijn. Het gemiddelde gewicht voor een Nederlandse Hangoordwerg bedraagt ongeveer 1,5 kilo, maar ook wat lichtere of zwaardere exemplaren komen voor. De diertjes hebben een korte en gedrongen, stevige lichaamsbouw. De nek is kort, de stevige en dikke poten zijn dat ook. Evenals de Franse Hangoor moet ook dit ras een flinke, brede en korte kop hebben met een gebogen neusbeen. De aanzet van de oren wordt gevormd door de zogenaamde 'kronen'. Dit zijn knobbels op de kop die ontstaan door de ombuiging van de oren. De oorlengte is gemeten van punt tot punt inclusief de schedel zo'n 21 tot 26 cm. De oren behoren recht langs de schedel af te hangen met de behaarde kant naar buiten toe, zonder draaiingen. De oren zijn stevig van structuur en hebben een mooi afgerond uiteinde.

 

Vacht

 

Nederlandse Hangoordwergen hebben een dichte vacht die qua lengte wat langer is dan die van Kleurdwergen. De vacht heeft veel onderwol en voelt zacht aan.

 

Kleuren

 

Nederlandse Hangoordwergen komen voor in veel verschillende kleuren, waaronder 'wildkleuren' als konijngrijs (licht bruingrijze dekkleur met zwarte ticking en bruine ogen), blauwgrijs (licht bruingrijze dekkleur met blauwgrijze ticking en blauwe ogen), ijzergrauw (lichtgrijze dekkleur met zwarte ticking en bruine ogen) en blauwgrauw (lichtgrijze dekkleur met blauwe ticking en blauwe ogen). Daarnaast zijn er Nederlandse Hangoordwergen in de kleuren effen zwart, blauw en wit met zowel rode als blauwe ogen. Bovendien zijn uitmonsteringen als de isabella, diverse martervariëteiten, zilvervos en sallanderkleur erkend. De madagaskarkleur is het populairst. Het Nederlandse Hangoordwergje komt ten slotte ook veel voor in bont. Op tentoonstellingen ziet men graag bonte dieren met een zogenaamde 'manteltekening'. Dit houdt in dat de borst, poten en buik wit zijn en dat er zo weinig mogelijk witte haren of aftekeningen in de gekleurde delen van de vacht voorkomen.

 

Bijzonderheden

 

In Engeland kent men twee versies van deze konijntjes. De Dwarf Lops hebben een gewicht tussen de 1800 en maximaal 2500 gram. De Miniature Lops hebben een gewicht tussen de 1500 en 1700 gram.

 

 

Bron: Esther Verhoef-Verhallen, Geïllustreerde konijnen & knaagdieren encyclopedie. Rebo, 2004, pp. 203-207.


 

 

 

 

 

Home Back Top Next