Intro Routines Wedstrijden Demonstraties

Intro

 

Intro Dog Dancing

 

 

 

 

 

Wat is het verschil tussen Dog Dance (of Doggy Dance) en Heelwork to Music (HTM)?

 

Een ander woord voor ‘volgen op muziek’ is Heelwork To Music. Canine-freestyle wordt ook wel Doggy Dance genoemd. In het Frans spreekt men van Obéissance rythmée.

Volgen op muziek is een nieuwe sport, ontwikkeld uit gehoorzaamheidstraining en in 1990 op muziek gezet door Mary Ray. Het was de bedoeling de gehoorzaamheidstraining wat aantrekkelijker te maken – om te doen en om naar te kijken – en om het ritme en de bewegingen van de hond en zijn begeleider te benadrukken. Zo ontstond een nieuwe hondensport.

De eerste wedstrijden werden een paar jaar later gehouden en daarna is de sport in twee disciplines uiteengevallen. Om te beginnen volgen op muziek, de traditionele oefeningen met muzikale begeleiding waarbij de hond en zijn baas dicht bij elkaar blijven gedurende de hele oefenreeks, en ten tweede Canine-freestyle. Dat is een creatieve soort dans waarbij hond en baas ingewikkelde figuren maken, vaak op een thema. Bij beide vormen let de jury op de eenheid die hond en baas vormen en de juiste interpretatie van de muziek.

 

Hoe zijn Doggy Dance en Heelwork to Music (HTM) ontstaan?

 

In 1989 introduceerde Dawn Jecs, een hondentrainster uit Washington State, op brede schaal haar tot dat moment vrijwel unieke muzikale opvoedingsmethode voor honden. Het publiek was laaiend enthousiast te zien hoeveel plezier honden beleven aan het lopen op muziek. Slechts een jaar later, in 1990, liet de succesvolle Britse hondentrainster Mary Ray in een voorprogramma van de ‘Crufts’, de grootste Engelse hondententoonstelling, een uitvoering zien van Heelwork To Music, gehoorzaamheidstraining met muzikale begeleiding.

In 1991 verscheen in het Canadese Vancouver de dressuurrijdster Tina Martin met haar hond in een dressuuroefening op een paardensportmanifestatie. In datzelfde jaar nog werd in Canada de eerste organisatie gesticht die zich bezighield met ‘Freestyle’. De doorbraak in Amerika kwam in 1995 met de stichting van de Canine Freestyle Federation (CFF) door Joan Tennille en Alison Jaskiewicz. In 1996 werd in Groot-BritTannië de eerste Heelwork To Music-wedstrijd gehouden met al 24 teams. Rond het jaar 1999 werd Doggy Dance geïntroduceerd in Oostenrijk, Zwitserland, Duitsland, Nederland en België.

Een nieuwe hondendiscipline was geboren. Freestyle en Heelwork To Music zijn leuk om te doen voor hond en hondenbezitter.

 

Wedstrijden?

 

Er zijn verscheidene clubs in België waar je doggy dance-lessen kan volgen. Het is ook altijd heel leuk om zelf oefeningen en kunstjes te bedenken. In de loop van het jaar worden er ook wedstrijden georganiseerd waar creativiteit ten zeerste geprezen wordt. Een hond kan zijn eerste wedstrijd meedoen vanaf één jaar, maar van puppy af aan kan men op een speelse manier al starten met het aanleren van leuke trucjes. De hond mag tijdens de routine de ring (de ‘dansvloer’) niet verlaten. Men is volledig vrij in de muziekkeuze en lengte van het liedje. Het is wel aangeraden om met jonge en beginnende dansers geen lange liedjes te kiezen; voor de hond is heel het wedstrijdgebeuren nog heel nieuw en een jonge hond is ook nog snel afgeleid.

 

Er zijn zes categorieën in een wedstrijd: Initiation, Beginners, Novice, Intermediate, Advanced en Innovation. Een hond die voor het eerst een wedstrijd meedoet zit in de ‘Innitiation’ klas, dit geldt als een soort van ‘toegangsexamen’. De hond moet minstens vijf oefeningen onder de knie hebben en op een degelijke manier uitvoeren op muziek samen met zijn begeleider, d.i. zijn baasje. De jury beslist of de hond al dan niet is geslaagd. Bij een volgende wedstrijd kan de begeleider met zijn hond starten in de groep van de Beginners. Een jury oordeelt over de prestatie. Er zijn twee belangrijke factoren: er wordt geoordeeld op technisch en artistiek niveau. In de klas van de beginners mag je nog een speelgoedje (een tennisbal bijvoorbeeld) of een lekkernij (enkele brokjes of koekjes bijvoorbeeld) meenemen. Oefeningen waarbij de hond vaak op de achterpoten staat moeten beperkt worden in deze klas. Wanneer je vier keer een acht of twee keer een negen krijgt van de jury, mag je overgaan naar een hogere klas. Dan kom je terecht in de Novice, vervolgens in Intermediate en ten slotte in Advanced. Er is nog een laatste klas, namelijk die van Innovation. Het gaat ofwel om één begeleider met meerdere honden, ofwel om meerdere begeleiders met meerdere honden. Het spreekt voor zich dat het nog moeilijker is om meerdere honden tegelijk onder controle te houden.

 

Om te kunnen deelnemen aan een wedstrijd moet je natuurlijk een act hebben; daarvoor moet men creatief zijn en veel oefenen. Alles begint met het kiezen van een liedje, een keuze waarin men helemaal vrij is. Vervolgens moet men het liedje analyseren en oefeningen bedenken die passen op de muziek teneinde een mooi geheel te verkrijgen. De bewegingen en de danspassen moeten aangepast zijn aan het liedje. Men kan ook accessoires gebruiken zoals een stok of targetstick, maar het moet wel bij het gekozen liedje passen. De creativiteit is dus heel belangrijk. De jury geeft punten op de presentatie, maar ook op de interpretatie van de muziek. Zowel de technische als artistieke aspecten worden beoordeeld, rekening houdend met het hondenras.

 

Naast deze wedstrijden is het ook mogelijk dat clubs demonstraties geven ter gelegenheid van hondenshows, jaarmarkten, dierenfestivals of gewoon voor het goede doel.

 

Hoe leer je oefeningen aan?

 

Met een heel positieve trainingsmethode! Namelijk de clicker- en targetmethode. In het eerste geval maak je gebruik van een clicker waarmee je de hond aangeeft dat hij een oefening al deels of compleet goed heeft uitgevoerd. Na het klikken met de clicker volgt meestal een beloning in de vorm van een koekje (of brokje), een speelgoedje of een enkele lieve woorden. Ook het gebruik van de targetstick helpt bij het aanleren van bepaalde oefeningen. Je moet de hond dan eerst leren het uiteinde van deze stick te volgen en/of aan te raken, waarna je deze oefening dan kan combineren met andere oefeningen. De hond wordt nooit gestraft; het slechte gedrag wordt (in die mate dat er niet moet ingegrepen worden) genegeerd.

 

Welke oefeningen?

 

Er zijn heel wat basisoefeningen die je de hond kan aanleren: naar links of naar rechts draaien, zitten, liggen, pootje geven, een slalom of zigzag door je benen maken, een achtje rond je benen, kruipen, rollen, over je armen, benen of rug springen, achteruit stappen, groeten, enz. Er zijn ook meer gevorderde oefeningen en veel combinaties van oefeningen mogelijk. Men kan ook natuurlijk altijd zelf oefeningen uitvinden of leuke handelingen van de hond op commando zetten. Het commando dat je als begeleider van de hond gebruikt kan je zelf kiezen.

 

Wie kan aan Dog Dance doen?

 

Iedereen, ongeacht de leeftijd, die ervan houdt met honden te werken en van muziek en dansen houdt, kan aan Dog Dance doen. Men kan dansen met elk ras, van een Chihuahua tot een Deense Dog, maar elk ras heeft zijn eigen vaardigheden en talenten, dit verschilt dan ook nog eens van hond tot hond. Sommige honden zijn van nature uit gemotiveerder om te werken, andere honden zijn dan weer geschikter om bepaalde oefeningen uit te voeren.  

 

 

 

 

Version française:

 

L’obéissance rythmée?

 

C’est le nom francophone d’un sport connu dans l’autres pays comme Heelwork to Music (HTM) ou Freestyle. On entend aussi parler de Dog Dance ou Doggy Dance. Ces termes, hautement péjoratifs en langue anglaise, semblent s’être glissés dans le vocabulaire en français par manque de compréhension.

Pourquoi ces termes sont-ils péjoratifs ? Parce qu’ils impliquent que l’on fait des trucs des chien de cirque. Or, l’obéissance rythmée est une discipline sportive dérivée directement de l’obéissance ‘classique’, et elle devrait être reconnue comme telle.

 

Comment l’obéissance rythmée est-elle venue au monde ?

 

Curieusement, la naissance a eu lieu presque simultanément dans les deux côtés de l’Océan atlantique, et les premiers concours sont organisés dans la même année : 1996. Mais pour commencer : A la fin des années 1980, une grande pratiquante anglaise de l’obéissance, Mary Ray, commençait à faire des démonstrations de ‘Heelwork’, autrement dit d’un travail de haute précision dans la marche au pied sans laisse. Le chien ne peut pas s’éloigner plus de deux mètres de son maître. Vers 1990, on lui a suggéré de faire de telles démonstrations sur fond de musique, et c’est ainsi que le HTM (Heelwork to Music) est né en Angleterre.

Parallèlement, en Amérique du nord (Canada et les Etats-Unis), une discipline canine nommée ‘Freestyle’ voit le jour. Moins axé sur la position classique de la marche au pied, le Freestyle permet aux chiens et aux maîtres d’évoluer plus librement. La variété de tours est aussi plus grande.

 

L’obéissance rythmée est une nouvelle discipline canine sportive qui mélange obéissance, fantaisie, truc et jeux avec la danse et un peu de sens artistique. Bien que principalement pratiqué par des femmes, quelques courageux hommes commencent à apparaître sur l’estrade.

Ce nouveau sport a des adeptes un peu partout dans plus de douze pays du monde dont : les Etats-Unis, l’Angleterre, l’Australie, l’Allemagne. Le sport est à ses premiers pas en Belgique, en Hollande et en France.

 

Concours ?

 

Pendant l’année, les clubs organisent des compétitions. Il y a six groupes dépendant du niveau : d’abord on doit passer la classe d’Initiation. On a réussi ou non. Après il y a le (grand) groupe de Débutants. Si on obtient quatre fois un huit sur dix, on doit monter vers une autre classe. Si on obtient deux fois un neuf sur dix, on peut choisir. La classe suivante est la Novice , puis l’Intermediate et la classe terminale, c’est Advanced. Il y a aussi une classe spéciale, c’est Innovation. Ici, il y a soit plusieurs accompagnateurs et plusieurs chiens, ou bien un accompagnateur et plusieurs chiens. Il est logique que cela soit plus difficile.

 

Mais avant de participer aux compétitions, on a besoin d’une danse. Pour cela, on doit être créatif et exercer beaucoup. Tout commence par choisir une chanson, on est tout à fait libre dans ce choix. On doit analyser cette chanson et trouver des idées pour obtenir un bon ensemble. Les mouvements et les pas de danse doivent être adaptés à la chanson. On peut utiliser des accessoires comme un cerceau ou un target stick, mais ces choses doivent aussi être adaptés au contenu de la chanson. La créativité est aussi très importante.

Le jury donne des points sur la représentation, mais aussi sur l’interprétation de la chanson. Donc on tient compte des aspects techniques et artistiques.

 

Comment apprendre des exercices aux chiens?

 

Tout est appris aux chiens par un entraînement positif. On emploie la méthode de clicker et target (avec un target stick, objet-cible ou bâton-cible). On donne toujours une récompense comme un jouet, une friandise ou quelques mots gentils. On ne punit jamais les chiens, on ignore le mauvais comportement.

 

Quels exercices ?

 

Il y a beaucoup de tours ou d’exercices de base qu’on peut apprendre aux chiens comme tourner à gauche et à droite, faire un zigzag ou un slalom, ramper, rouler, sauter par-dessus les bras, les jambes, le dos, marcher en arrière, saluer, etc. Il y a aussi des exercices plus avancés et des combinaisons d’exercices. On peut toujours inventer de nouveaux exercices. Tout le monde choisit le commandement qu’il veut donner à l’exercice, donc cela peut varier.

 

Qui peut faire ce sport canin ?

 

L’obéissance rythmée est un sport pour tout le monde qui aime entraîner des chiens et qui aime danser et écouter la musique. On peut danser avec toutes les races de chiens : d’un Chihuahua à un Dogue allemand. Mais il y a des races comme le Border Collie qui sont très motivées et plus malignes.   

 

 

 

 

 

Home Back Top Next